Afval opslaan volgens
de regels: zo pakt
Gebr. Beijer het aan

19 december 25
DJI_20251107104725_0015_D 1

Voor bedrijven in de afvalverwerking wordt wet- en regelgeving steeds concreter. Opslag van afvalstoffen mag geen risico vormen voor bodem, water en omgeving. Zeker bij afvalstromen die uitloogbare of chemische componenten kunnen bevatten, stelt de wet duidelijke eisen.

Dat merkt ook Gebr. Beijer BV, een familiebedrijf dat al sinds 1889 actief is in afvalverwerking, containerverhuur en zand- en grindhandel. Vanuit hun locatie in Soest zijn zij actief voor zowel particuliere als zakelijke klanten in een groot deel van Nederland. Met containerverhuur voor onder andere bouwafval én de opslag van diverse afvalstromen op eigen terrein, is naleving van milieuregels een vast onderdeel van de dagelijkse praktijk.

 

 

Wat zegt de wet?

Voor afvalverwerkende bedrijven geldt het Besluit activiteiten leefomgeving (BAL), onderdeel van de Omgevingswet. Een belangrijk uitgangspunt hierin is de zorgplicht: bedrijven moeten aantoonbaar voorkomen dat hun activiteiten leiden tot milieuschade.

In de praktijk komt dat neer op het volgende:

  • uitloging van stoffen naar bodem en oppervlaktewater moet worden voorkomen;
  • regenwater dat in contact komt met afval kan worden aangemerkt als verontreinigd afvalwater;
  • bepaalde afvalstromen mogen daarom niet in de open lucht worden opgeslagen.

De afvalstromen liggen op beton, wat helpt om de bodem te beschermen. Toch is dit op zichzelf niet voldoende. Zonder afdekking kan regenwater alsnog in contact komen met het afval.

Voor Gebr. Beijer ging dit met name om:

  • C-hout (behandeld hout)
  • dakafval
  • dakgrind

Deze materialen kunnen stoffen bevatten die bij neerslag uitspoelen. De gangbare en door toezichthouders geaccepteerde maatregel is dan: overdekt opslaan.

gebr beijer snap 5
Een oplossing die niet meer voldeed

Om te voldoen aan de eisen had Gebr. Beijer eerder zelf een eenvoudige overkapping gerealiseerd. In de praktijk bleek deze constructie onvoldoende bestand tegen weersinvloeden.

Voor opslag die aan de wet moet voldoen, is een constructie nodig die bestand is tegen weer en wind. Zeker op een open buitenterrein is windbelasting een bepalende factor.

Van verplichting naar structurele oplossing

Bij de keuze voor een nieuwe overkapping was de regelgeving leidend. Gebr. Beijer zocht geen tijdelijke oplossing, maar een constructie die bijdraagt aan naleving van het Besluit activiteiten leefomgeving (BAL) en de bijbehorende milieuzorgplicht. Daarnaast moest de overkapping geschikt zijn voor verschillende afvalstromen en berekend zijn op wind- en sneeuwbelasting, zodat de opslag ook op de lange termijn betrouwbaar blijft.

De opslagvakken op het terrein waren al ingericht met betonwanden. Daar lag het C-hout, dakafval en dakgrind al gescheiden opgeslagen, met eerder een andere overkapping erboven. Die betonwanden zijn blijven staan; daarop zijn de nieuwe Kroftman overkappingen geplaatst.

De gekozen opstelling

  • CTS806
    Voor de opslag van C-hout (behandeld hout)
  • CTS1006
    Opgesplitst in twee vakken voor: dakafval & dakgrind
Technisch onderbouwd en aantoonbaar veilig

In tegenstelling tot de oude situatie zijn Kroftman-overkappingen:

  • ontworpen volgens de EN 13782-norm;
  • berekend op wind- en sneeuwbelasting;
  • geleverd met een bouwboek met constructieve tekeningen en berekeningen.

Dat maakt het verschil bij inspecties en controles: de opslag is niet alleen praktisch opgelost, maar ook technisch onderbouwd en aantoonbaar veilig.

gebr beijer snap 4
Het resultaat

Voor Gebr. Beijer betekent dit:

  • voldoen aan de geldende milieuwetgeving;
  • invulling geven aan de zorgplicht onder het BAL;
  • geen zorgen meer over uitspoeling of regeninslag;
  • een duurzame oplossing die bestand is tegen het Nederlandse weer.

Veel bedrijven vallen onder deze regelgeving, zonder zich daarvan bewust te zijn. Wij denken met je mee over een passende oplossing.